Wanneer is de wet Breyne niet van toepassing?

clem-onojeghuo-215220-unsplash.jpg

De wet Breyne heeft tot doel wanpraktijken in de bouwsector te voorkomen en biedt een wettelijke bescherming voor wie een woning op plan koopt of sleutel-op-de-deur laat bouwen door één aannemer of promotor.

De wet Breyne is van dwingend recht, hetgeen betekent dat men er niet kan van afwijken. 

In onderstaande gevallen is de wet Breyne echter niet van toepassing:

  • Bij overeenkomsten aangegaan door regionale huisvestings- en landmaatschappijen.

  • Bij overeenkomsten aangegaan door gemeenten en intercommunale verenigingen.

  • Voor de bouw van handelsruimtes, rusthuizen, tehuizen, kloosters, ziekenhuizen, gevangenissen, internaten, hotels of onderwijsinstellingen.

In de praktijk proberen bouwpromotoren en aannemers de wet Breyne soms te ontwijken via inventieve constructies, dus oplettendheid is zeker vereist bij de keuze van uw bouwpartner. In een aantal gevallen kan de wet Breyne namelijk worden omzeild:

  • Wanneer de verkoopprijs of de aannemingssom pas na voltooiing van het gebouw volledig dient te worden betaald.

  • Bij de verkoop van een onafgewerkt gebouw in de staat waarin het zich bevindt, bijvoorbeeld ruwbouw-winddicht of casco.

  • Bij het inschakelen van tussenpersonen en het opsplitsen van contracten. De wet Breyne is enkel van toepassing bij het bouwen of laten bouwen door één aannemer of promotor. Van zodra bepaalde aspecten van de bouw worden toevertrouwd aan andere aannemers is de wet dus niet meer van toepassing.